Geboren: 28-07-1909 te Tienray
Overleden: 15-03-1983 te Hilversum
Algemeen:
Emile Kellenaers bezocht na de kostschool in St. Michielgestel het gymnasium, maar stapte op zijn veertiende jaar over op het opleidingsschip Pollux om stuurmansleerling te worden bij de KNSM.
Hij bleef de zeevaart trouw tot hij in 1929 naar de Leidse muziekschool ging, waar hij les kreeg in voordrachtskunst en methodisch spreken. Hij was korte tijd volontair bij Cor van der Lugt Melsert (vanaf september 1931) en debuteerde als voordrachtskunstenaar met het monodrama “Saidjah” van Multatuli. Hij speelde in verschillende gezelschappen en werkte zeven zomers bij Vink en Hart.
In 1936 kwam hij bij het radiotoneel; een jaar later werd hij omroeper bij de VARA. Na vijf jaar niet gewerkt te hebben kwam hij in 1946 terug als omroeper bij de AVRO, waar hij van 1948 tot 1974 wekelijkse uitzendingen van de literaire rubriek “In een notedop” verzorgde, en als hoorspelregisseur bij de NRU (Nederlandse Radio Unie). Hij werkte voorts in kleintoneel-programma’s samen met zijn echtgenote Eva Janssen.
Hoorspelregie:
De arend komt voorbij
Bestemming Amerstfoort
Chitra
Een dag in de wereld
De dame en de geleerde
De echtparen
De echtscheiding
Extra bericht
Geluk… niets dan geluk
Hij is goed
De kooi
Een landerige bui
Man op de richel
Het nadeel van de verdachte
Offenbach en zijn Parijs
De spullen van de Turkse staat
Tweehonderdnegentigduizend koeken
Veel geluk met je verjaardag, Cathy!
De vuurtoren (1960)
De vuurtoren (1963 geschreven, regie: Bert Dijkstra)
En zeker nog meer…
Ik ben op zoek naar wat ‘Methodisch spreken’ inhoudt, zoals het hier staat bij Emile Kellenaers. Ik ken hem nog als omroeper van destijds met een merkwaardige manier van praten en vraag me af of dat met deze opleiding te maken heeft.
Kunt u vertellen waar u dit gevonden heeft?
Een deel van de tekst is afkomstig van de website: theaterencyclopedie.nl
Wat destijds exact met “Methodisch spreken” werd bedoeld, kan ik u niet zeggen.
Wel vond ik iets wat men nu “methodisch redeneren” noemt.
Daarin lijkt het (vrij vertaald) dat het redeneren leidt tot een besluit of gefundeerde keuze.
Maar of u daarmee verder bent geholpen…
Met een groet
Voor de Tweede Wereldoorlog gaven spraakleraren lessen in methodisch spreken. Dankzij methodisch spreken leerden stotteraars goed spreken, doven liplezen en acteurs op een juiste wijze gebruik te maken van hun stem. Iedere toneelschool of conservatorium had een spraakleraar methodisch spreken in dienst.
Hierbij een artikel uit “De avondpost” van 27 september 1928 voor iets meer duiding.
HET METHODISCH SPREKEN.
Voor de debat vereniging “Eloquentia” heeft de heer L. van Lier, gepensioneerd spraakleraar een voordracht gehouden over methodisch spreken.
Hij wees er op, dat de mens zijn verstand in de vorm van trillingen, via de zintuigen, van de buitenwereld ontvangt. Deze bewegingen legeren zich in de hersenen, waar zij gevoelens opwekken.
Verstand en gevoelens kunnen, als wij dat willen omgevormd worden in spierbewegingen. Kiezen wij de spieren, welke de beenderen van het spraakorgaan verplaatsen, dan ontstaan geluiden, welke bij elkaar “spraak” heten.
Met de spraak vertolkt men dus de fijnste gevoelens en gedachten. Daarom is een goede spraak ten allen tijde door de grote opvoeders der mensheid van onschatbare waarde geacht.
Van Lier lichtte dit toe met voorbeelden, ontleend aan de Bijbel en de klassieken, en wees er op, hoe ook in ons land het nut van goed spreken is ingezien door geleerden en intellectuelen. Ieder mens moet in staat zijn het juiste woord te kunnen kiezen, rangschikken en uitspreken.
Een goede uitspraak is een kenmerk van een goede beschaving. Voorts betoogde Van Lier, dat goed spreken een sociale noodzakelijkheid is in de strijd om het bestaan. Kunstzinnig spreken achtte spreker voor de massa overbodig, wel moet men zich juist en nauwkeurig, gemakkelijk en verstaanbaar kunnen uitdrukken. Dit laat in de school, op de kansel, achter de balie nog zeer veel te wensen over.
Het goed gesproken woord oefent de meeste invloed uit, omdat alleen de goed gehoorde spreker met zijn geest en ziel het dichtst bij de hoorder is. Van Lier noemde een reeks slechte eigenschappen van de spraak, zoals die langs occasionele weg wordt geleerd en hij lichtte dat toe met tal van voorbeelden, welke speciaal ontleend zijn aan de Haagse spreektaal.
Om duidelijk te maken, hoe die goede eigenschappen verkregen moeten worden, gaf spreker een overzicht van de eigenschappen van de ademhaling, de stemvorming en van de articulatie.
Van Lier wees op de assimilatie van medeklinkers en op die van de tijds-, kracht- en muzikale klemtoon, om te eindigen met het voordragen van een stuk proza en poëzie. Onder hartelijk applaus dankte de voorzitter den spreker.