Schrijver: Kazimierz Moczarski
Vertaling voor toneel: Joanna Bilska & Rik Hanke
Bewerking & regie: Kees Vlaanderen
Aantal delen: 2
Totale duur: 1 uur en 49 minuten
Omroep: Human (09-07-1990)
Genre: Politiek
Resumé:
Een kenmerk van de Poolse geschiedenis is dat het land bijna permanent werd overheerst en bedreigd door zijn buurlanden. Een ander kenmerk is dat de winnaars van vandaag steeds weer de verliezers van morgen blijken te zijn. Dat kenmerk komt op heel navrante en indringende wijze tot uitdrukking in de roman van Kazimierz Moczarski.
Direct nadat Nazi-Duitsland uit Polen was verdreven nam het Rode Leger de macht over. Poolse gevangenissen raakten bevolkt door verzetsstrijders en overeenkomstig een voorschrift van Stalin behandeld als bondgenoten van Hitler. Dit lot trof ook de verzetsstrijder Kazimierz Moczarski. Drie maanden na het einde van de oorlog, in juli 1945, werd hij gearresteerd door de Poolse politieke politie.
In de gevangenis werd hij bijzonder wreed gefolterd en om hem nog dieper te vernederen en moreel te breken werd hij in een cel opgesloten met de SS-generaal Jurgen Stroop en de SS-Untersturmbannführer Gustav Schielke. Stroop was degene die in april 1943 op beestachtige wijze de opstand in het getto van Warschau had neergeslagen, het getto liquideerde en tienduizenden joden daar had laten vermoorden.
Negen maanden, van 2 maart tot 11 november 1949, brachten Stroop en Moczarski door in een cel, allebei in afwachting van de voltrekking van hun doodvonnis. Pas in 1956, 3 jaar na de dood van Stalin, werd Moczarski na een jarenlange eenzame opsluiting in het donker, vrijgelaten en gerehabiliteerd. Hij overleed in 1975.
Szczypiorski, een vriend van Moczarski, schreef: “Hij heeft me vaak gezegd dat zijn gesprekken met Stroop niet alleen een poging waren om voor zijn afgrijselijke gevangenisbestaan te vluchten. Hij wilde ze ook gebruiken om de werkelijkheid waarin hij leefde te leren kennen”.
Bron: Hoorspelen.eu