Audio – script: Sprong 2 – deel 02

Sprong 2 deel 2

Sprong het heelal – Het Mars-mysterie
Script serie 2 – deel 02

Titel: “De geheimzinnige Whitaker”

(Start muziek)


(voorleesmuziek)


Dokter: (Lezend) 3 april 1971. Twee dagen geleden startte het ruimtevaartuig “Pionier”, vergezeld van acht grote vrachtvaarders van de basis op de maan voor de reis naar Mars, die zes maanden zou duren, in welk tijdsverloop ruim 550 miljoen kilometer zou worden afgelegd. Nu, 51 uren later, is de vloot onderweg, in de richting van de baan van de Rode Planeet, vliegend in de vooraf vastgestelde formatie. Toen vrachtvaarder no.2 meldde, dat zijn motor niet bevredigend werkte en dat er ook een storing was in de radioverbinding met de aarde, besloot Jeff Morgan onze hoofdingenieur Steven Mitchell en onze radiodeskundige Jimmy Barnet naar de vrachtvaarder te sturen met de opdracht de storingen te zoeken en op te heffen. Jimmy Barnet had het eerst de sprong door de ruimte naar no.2 gewaagd, vastgebonden aan een lange lijn, die door Mitchell werd gevierd. Mitchell had daarop de lange lijn aan zijn gordel vastgehaakt en Jimmy gevraagd hem over te halen.

Mitch: (Gefilterd) Ja, maak nou je korte lijn vast, Jimmy.

Jimmy: (Gefilterd) Ja. Ziezo; dat is O.K.

Mitch: Ik maak nu de lange lijn vast aan mijn gordel. Zo…, ben je klaar, Jimmy?

Jimmy: Ja, Mitch.

Mitch: Dan maar inpalmen – maar langzaam, hè.

Jimmy: Ja. Ik begin. De lijn spant zich. Hé, Mitch, waar ga je heen? Wat doe je daarboven?

Mitch:  Trek niet zo hard, ezel.

Jimmy: Ja, Je lijkt wel een vlieger, die ik oplaat.

Mitch: Jimmy, Jimmy….

Jimmy: Goeie help – De lijn…. Jeff! Jeff!

Jeff: Ja, Jimmy, wat is er?

Jimmy: (ONTZET) Mitch. De…, de lijn is losgeraakt! Mitch drijft weg. Hij drijft weg!

Mitch: Jeff! Jeff!

Jeff: Blijf kalm, Mitch; geen paniekstemming. Jimmy, versta je me?

Jimmy: Ja, Jeff.

Jeff: Haal de lijn eerst in en gooi ze dan in de richting van Mitch.

Jimmy: O.K.

Dokter: Hij zal moeten voortmaken: Mitch drijft inderdaad weg.

Jeff: Gelukkig maar heel langzaam. De lijn is, dunkt me, lang genoeg om hem nog te bereiken. Jimmy had al een heel eind ervan ingepalmd, voordat ie Mitch begon over te halen.

Jimmy: Let op, Mitch.

Mitch: Ja, reken maar. En als ‘t je belieft, Jimmy: mik goed.

Jimmy: Allicht! Daar komt ie!

Dokter: Kilometers ernaast!

Jimmy: Het spijt me, Mitch. Ik zal het moeten overdoen.

Jeff: Mijn ruimtekostuum, dokter. Ik geloof, dat ik me er zelf mee ga bemoeien.

Dokter: Dat geloof ik ook, Jeff.

Jimmy: Mitch, ben je klaar?

Mitch: Ja, Jimmy, toe maar.

Jimmy: Nou, grijp er dan naar, als ie in de buurt komt.

Mitch: Ja.

Dokter: Hier Jeff; je kostuum.

Jeff:: Dank je, dokter.

Jimmy: Daar komt ie.

Jeff: Jimmy, in ‘s hemelsnaam; kun je niet beter mikken?

Jimmy: (WANHOPIG) Ik kan het niet helpen, Jeff. Ik doe zo m’n best. Maar het komt door dat beroerde kostuum; dat hindert je bij elke beweging.

Jeff: Ja, ja, ja. Blijf nou maar kalm, Jimmy en probeer ‘t nog eens.

Jimmy: Ik vind het toch zo erg, Mitch.

Mitch: (ANGSTIG) Neem er de tijd voor, Jimmy. Langzaam aan, dan breekt het lijntje niet.

Dokter: (ONGERUST) Mitch is al minstens drie of vier meter verder afgedreven.

Jeff: Als hij dit keer goed gooit, dan kan hij het nog net halen.

Dokter: En als hij hem weer mist?

Jeff: Roep de piloot van nummer 2, dokter.

Dokter: O.K.

Jimmy: Let op, Mitch. Ditmaal zal het lukken, al moet ik het besterven. Klaar?

Mitch: Ja. Jimmy. En als je me op de verdere reis nog wil zien, doe dan je best, kerel.

Jimmy: Ja.

Dokter: Hallo, vrachtvaarder nummer 2, Pionier roept U.

Frank: (GEFILTERD) Hallo, Pionier. Hier vrachtvaarder nummer 2.

Dokter: Attentie. Gezagvoerder Morgen wil met U spreken.

Frank: In orde; ik luister.

Jimmy: Pas op, Mitch. Daar komt ie.

Jeff: (NA KORTE PAUZE) Goed zo, Jimmy. Hij haalt het, dokter…

Jimmy: Ai…

Jeff: Oh nee, nee, nee.

Dokter: Wat nu weer?

Jeff: Prima gemikt… maar Mitch kan er niet meer bij. Hij is te ver afgedreven, net iets te ver. Nou vlug, de luchtsluis. Ik moet er uit.

Dokter: Goed.

Jimmy: Mitch , reik nou verder. Je haalt het nog wel.

Mitch: Het gaat niet.

Jimmy: Jawel.

Mitch: Nee. Hij is juist iets te kort.

(SLUISDEUR OPEN)


Jeff: Hallo, Mitch.

Mitch: Ja, Jeff.

Jeff: Blijf kalm… ik kom.

Jimmy: Wat vreselijk, Mitch. Ik kon het toch echt niet helpen.

 Jeff: Jimmy.

 Jimmy: Ja, Jeff?

 Jeff: Ga in de luchtsluis; ik zal de bemanning van nummer 2 vragen, je binnen te laten.

 Jimmy: Wat?! En Mitch daar aan zijn lot overlaten… terwijl hij wegdrijft in… in de eeuwigheid?

 Jeff: (KRACHTIGER) Zwam niet, Jimmy. Doe, wat ik je zeg.

 Jimmy: Goed, ik ga naar binnen.

Jeff: Hallo, nummer 2.

Frank: (GEFILTERD) Ik hoor U duidelijk.

Jeff: Laat Jimmy Barnet binnen en geef mij Whitaker.

Frank: Ja, Captain.

Whitaker: (GEFILTERD) Hier is Whitaker, Captain.

Jeff: Whitaker, ga naar de vrachtafdeling en haal een ruimtepistool. Geef het aan Jimmy Barnet, zodra hij binnen is.

Whitaker: Jawel, Captain.

Jimmy: Nou ik, eh… Ik ben nu in de luchtsluis.

Jeff: Goed zo. En ik in de onze. Dokter, sluis dicht.

(LUCHTSLUIS DICHT)


Jeff: (GEFILTERD) Zo, helm op, pomp de lucht eruit, dokter.

Dokter: Luchtpomp, contact.

(GELUID LUCHTPOMP)


Jeff: Kostuum opgeblazen.

(GELUID LUCHTPOMP HOUDT OP)

Dokter: Luchtdruk nul.

Jeff: Deur open, dokter.

(BUITENDEUR VAN RAKET WORDT GEOPEND)


Jimmy: Hallo, Jeff; hoor je mij?

Jeff: Ja, Jimmy.

Jimmy: Nou, ik zal zo aanstonds in de cabine van nummer 2 zijn. Wat moet ik dan doen?

Jeff: Whitaker zal je een ruimtepistool geven. Kom daarmee naar buiten en wacht bij de ingang. Is dat duidelijk?

Jimmy: Ja.

Jeff: Hé… dokter.

Dokter: Ja, Jeff. Wat is er?

Jeff: Ik zie Mitch niet meer.

Mitch: Ja, ik ben hier; zowat 100 meter boven je; buiten je gezichtskring.

Jeff: Oh, kun je hem in de periscoop krijgen, dokter?

Dokter: Ja, Jeff. Hij is recht boven ons. Maar hij drijft steeds verder weg.

Mitch: Oh, wel bedankt voor die troostrijke mededeling, dokter.

Jeff: Ik maak nu de lange lijn vast.

Dokter: Wat ga je doen, Jeff?

Jeff: Overspringen naar nummer 2. Jimmy, hoor je me?

Jimmy: Ja, Jeff. Ik ben nu in de luchtsluis en ik kom meteen naar buiten.

Jeff: Oh, ja. Ziezo, dokter: ik zet me af. Hallo, Mitch?

Mitch: Hallo, Jeff.

Jeff: Ik zie je nu. Binnen enkele minuten denk ik bij je te zijn.

Mitch: Als je maar vlug bent, Jeff. Ik ben nou al een heel eind boven de Pionier.

Dokter: Ah, daar gaat de deur van no. 2 open. En daar is Jimmy. Jimmy!

Jimmy: Ja, dokter?

Dokter: Jeff is op weg naar je toe.

Jimmy: Ja, dat zie ik. Hij is er al bijna. Ja, hij is er. Ja.

Jeff: Goed zo, Jimmy. Help me even met dat, eh, ruimtepistool, hè.

Jimmy: Ga je hem achterna?

Jeff: Ja, wat anders?

Jimmy: Ja, maar de lijn is niet lang genoeg. Dat haal je nooit.

Jeff: Is ze stevig genoeg?

Jimmy: Nou, dat denk ik wel.

Jeff: Nou, luister dan goed, Jimmy.

Jimmy: Ja.

Jeff: Maak de lange lijn vast aan het vaartuig. Ik hou het andere uiteinde in de hand.

Jimmy: Ja, en dan?

Jeff: Dan schiet ik me met het ruimtepistool in de richting van Mitch.

Jimmy: Maar de lijn reikt niet ver genoeg…

Jeff: Als ie helemaal afgerold is, laat ik ‘m los, ga Mitch halen en kom dan terug tot het eind van de lijn. Haal ze dus niet in.

Jimmy: Maar zou ze wel in die stand blijven?

Jeff: Ja, natuurlijk. De zwaartekracht is hier zo gering, dat ze zeker enkele uren in dezelfde positie blijft. Zo. Nou, ben je klaar?

Jimmy: Ja, Jeff, luister nou eens even… als je die lijn loslaat, dan drijf jij ook weg en dan.. ach nee, laat mij het nou doen. Jij ben van veel meer belang voor de expeditie dan ik.

Jeff: Maak de lijn vast.

Jimmy: Maar Jeff…

Jeff: (BEVELEND) Maak vast, Jimmy.

Jimmy: Goed! (EVEN) Zo. Ze is vast.

Jeff: Zo, wind nou het vrije eind een paar maal om mijn pols.

Jimmy: (LICHTE INSPANNING) Zo.

Jeff: Hallo, Mitch.

Mitch: (VRAGEND) Ja, Jeff?

Jeff: Heb je alles gehoord?

Mitch: Reken maar.

Jeff: Nou, dan kom ik.

(GELUID RUIMTEPISTOOL)


Dokter: Niet te veel, Jeff. Anders drijf je te ver weg.

Jimmy:: Lieve hemel, Jeff, pas nou op. Je hoeft niet terug naar de aarde

Jeff: Ik zal het zo aanstonds kalmer aan moeten doen. Gelukkig had ik de lijn nog vast. Nou laat ik ze los.

Jimmy: Maar hoe vind je nou de weg naar Mitch, als je zo achteruit blijft zweven?

Jeff: Je zult me aanwijzingen moeten geven.

Jimmy: O.K. Nou, je bent nu ongeveer halfweg; ja, ga nou langzaam verder in dezelfde richting;

(GELUID RUIMTEPISTOOL)


Jimmy: Je drijft nu naar hem toe… nee, nee, nee, iets te laag. Iets te laag. Richt dat pistool een beetje naar beneden.

(GELUID RUIMTEPISTOOL)


Jimmy: Ja! Recht op hem af. En grijp hem, Mitch!

Mitch: Goed zo, Jeff. Ik heb je te pakken.

Jimmy: Ha, ha.

Jeff: De hemel zij dank. Hou je nu goed vast, Mitch.

Mitch: Ja.

Jeff: Ik zal wat moeten manoeuvreren, om terug te komen.

(GELUID RUIMTEPISTOOL)


Jimmy: Je bent er bijna, Jeff. Even nog… Ja! Houwen zo.

(GELUID RUIMTEPISTOOL)


Jimmy: Goed zo; langzaam aan. Je haalt het wel. Ja, de lijn is vlak achter je.

(GELUID RUIMTEPISTOOL)


Jimmy: Kalm aan, Jeff. Kalm aan.

Jeff: Kun jij de lijn zien, Mitch? Grijp ze dan.

Mitch: (NA HEEL KORTE PAUZE) Ik heb ze!

Jeff: Kun je ze houden?

Mitch: Ja, ik denk van wel.

Jeff: Goed zo. Goed zo. Nou heel langzaam inpalmen, Jimmy.

Jimmy: Ja, ogenblik. (INGESPANNEN) Ja, he, zo.

Jeff: (ZUCHT VAN VERLICHTING) Hè, hè. We zijn in veiligheid, Mitch. Dat leed is weer geleden.

Mitch: Dank je, Jeff. Ik dacht dat ik jullie en de Pionier voor het laatst gezien had.

Jeff: Nou, maak dat je in de luchtsluis komt, zodra je de wand van de raket onder je voeten voelt, Mitch.

Mitch: Reken maar.

Jimmy: Zo, Mitch. Welkom thuis. Ik dacht beslist dat je voorgoed verloren was.

Mitch: Ja.

Jeff: Ja, nou vooruit, jullie beiden; naar binnen.

Jimmy: Zeg, maar wat moet er gebeuren met de lijn, waarmee je van de Pionier hierheen bent gekomen ? Die staat nog steeds strak omhoog, als het touw van een Indische fakir.

Jeff: Stil laten staan, Jimmy. We hebben ze straks immers nodig voor we terug gaan. Oh, hallo dokter?

Dokter: Ja, hier, Matthews.

Jeff: Ik zorg nu, dat Mitch veilig en wel binnen komt. Als hij zich goed voelt, laat ik hem hier om de zaak na te kijken. Daarna kom ik terug. Kun je nog een poos voort op je eentje?

Dokter: Welzeker. Maak je geen zorgen.

Jeff: Goed. Dan roep ik over enkele minuten wel weer vanuit 2.

Dokter: O.K. Jeff. Dat was mooi werk van je. Wat jou, Mitch?

Mitch: En of.

(voorleesmuziek)


Dokter: Mitch was dus gered… maar het had er om gespannen. Het ruimtepistool dat Jeff in staat had gesteld Mitch te bereiken was niets anders dan een hele kleine raketmotor, die er ongeveer uitzag als een brandblusapparaat. Het was ontworpen om gebruikt te worden door hen die betrokken waren bij de bouw van ruimtevaartuigen en dergelijke op hoogten waar geen zwaartekracht bestond. En voor het overbrengen van materialen en uitrustingstukken van het ene ruimtevaartuig naar het andere. Maar niemand zou zich ermee in de ruimte hebben gewaagd zonder zich eerst met een lijn te bevestigen aan zijn vaartuig, zodat hij in geval het pistool eens niet goed werkte, nog altijd naar het vaartuig kon worden terugehaald. Het was dus een ongehoord waagstuk geweest dat Jeff zich de ruimte had ingeschoten zonder met een lijn te zijn vastgemaakt. Maar toen Mitch éénmaal heelhuids was teruggebracht, raakte die hele geschiedenis vrij vlug in het vergeetboek. Enkele minuten nadat de drie mannen veilig en wel binnen het vrachtvaartuig waren aangekomen, begonnen zij met hun onderzoek naar wat er met nummer 2 aan de hand was.

Mitch: Ja, wanneer is de stuwkracht teruglopen,Frank?

Frank: Kort nadat we de maximumversnelling hadden bereikt.

Mitch: Juist. Laat me het logboek eens zien.

Frank: Zeker mijnheer. (STEM VERWIJDERT ZICH) Wil U maar even hier komen, bij het controlebord.

Jeff: En hoe staat het met de radio, Jimmy ? Heb je enig idee, wat er aan mankeert?

Jimmy: Nou ja het zit ‘m in de versterker van de hoofdontvanger, Jeff. De spanning is maar goed de helft van normaal. Ik denk, dat ik het hele geval uit elkaar zou moeten halen.

Jeff: Zou dat lang duren?

Jimmy: Waarschijnlijk wel, dat kan ik je nou nog niet zeggen.

Jeff: Nou, laat het mij dan zodra mogelijk weten, hè. Ik vind het niets gedaan, dat wij drieën hier zijn en dat de dokter in de Pionier op z’n eentje zit.

Jimmy: Oh, maar je kunt met hem spreken als je wilt. Wat ik hier aan ‘t doen ben, heeft niets te maken met de verbinding tussen de vaartuigen onderling. (OUTFADEN)

Mitch: (INFADEN) Nou, Jeff, voor zover ik het nu kan beoordelen, zit de motorstoring helemaal beneden in de machineafdeling.

Jeff: Kun je erbij, Mitch. Is het te herstellen?

Mitch: Hm, ja. Alleen als we alle mecano’s die we op de vloot hebben, deraan zouden zetten om die hele sectie uit elkaar te halen. Maar daarvoor hebben we niet het vereiste gereedschap bij ons. We kunnen er trouwens nog in geen week bij komen, de motor is nog veel te radioactief.

Jeff: Oh… Zo. Enne… wat denk je nou te doen?

Mitch: Ja… De zaak laten zoals ie die is en er maar het beste van hopen.

Jeff: Hm. Maar hoe moet het dan als we Mars beginnen te naderen en snelheid gaan minderen? Dan moet de motor toch goed werken.

Mitch: Als de motor ondanks alles nog goed genoeg gewerkt heeft om nummer 2 te laten meekomen, zal hij ook wel in staat zijn, hem voldoende af te remmen, al zal ie dan waarschijnlijk wel een massa brandstof verslinden.

Jeff: Maar zal er dan nog genoeg brandstof over zijn?

Mitch: We zullen ervoor moeten zorgen, dat er genoeg brandstof is. We zullen wel wat van onze reserve-brandstof uit de voorraadtanks moeten halen, om nummer 2 bij te vullen.

Jeff: Ja, maar dan komen we er toch te kort tijdens de exploratie van Mars?

Mitch: Dat weet ik, maar we hebben de keus tussen dit en het risico, nummer 2 te verliezen.

Jeff: Ja… Nou, goed dan, Mitch. Als je er zo over denkt, zullen we brandstof moeten overbrengen. Maar daar zullen we toch zeker mee moeten wachten, tot de motor helemaal is afgekoeld. Ik zou niet graag het risico lopen, dat een van de mannen radioactief besmet werd.

Mitch: 0, we hebben nog maanden voor de boeg, voordat het zover is, dat we moeten bijvullen.

Jeff: Ja… En hoe sta jij ervoor, Jimmy?

Jimmy: Als alles meeloopt, hoop ik de storing binnen een uurtje verholpen te hebben.

Jeff: Zolang?

Jimmy: Zeg, je wil toch zeker graag, dat ik de zaak goed in orde breng, is ‘t niet?

Jeff: Ja, ja… Natuurlijk, natuurlijk, maar ik laat ook de dokter niet graag langer alleen in de Pionier dan absoluut noodzakelijk is. Weet je wat, Jimmy, blijf jij alleen hier.

Jimmy: Mij best, Jeff.

Jeff: Laat me dan maar weten, wanneer je klaar bent voor de oversteek; ik zal je aan de buitendeur van de Pionier opwachten.

Jimmy: Hè ja, gezellig.

Jeff: Hm, mooi. Kom, Mitch. Wij gaan terug.

Mitch: O.K.

Jeff: Wil je de luchtsluis even openen, Whitaker?

Whitaker: Zeker, mijnheer.

Frank: Zorgt U maar dat Uw lijn dit keer goed vastzit, mijnheer Mitchell.

Mitch: (ZICH VERWIJDEREND) Nou, reken maar.

(VERBINDENDE MUZIEK)


Dokter: Wel, Mitch. Het doet me echt plezier, je in levende lijve weer te zien.

Mitch: Ja, het heeft anders maar weinig gescheeld, dokter.

Jeff: Hier dokter. Neem je dit over ?

Dokter: 0, het ruimtepistool.

Jeff: Ja, we houden het hier. We zouden het nog eens nodig kunnen hebben.

Dokter: Hadden we het maar eerder hier gehad, dan had Mitch zonder hulp kunnen terugkomen.

Jeff: Hadden we ooit kunnen vermoeden dat we het nodig zouden hebben voordat we op Mars aankwamen, dan was het hier geweest.

Dokter: Tja…

Jeff: Jimmy brengt er nog een mee, als hij straks terugkomt. En van nu af aan gaat niemand meer naar buiten zonder ruimtepistool.

Dokter: Ja, maar wat is er eigenlijk gebeurd, Mitch? Hoe ben je zo op drift geraakt?

Mitch: Ja, als ik dat wist, dokter…

Jeff: Hè? Bedoel je, dat je het niet weet?

Mitch: Nee, Jeff. Ik had die lijn behoorlijk vastgemaakt en er beslist een dubbele knoop op gelegd. Daar durf ik een eed op doen.

Jeff: Maar hoe kon ze dan los raken?

Mitch: Nou, zeg jij het maar. Hier, kijk m’n gordel maar eens; daar mankeert toch niets aan, niet waar?

Jeff: Nee, ik kan er niets bijzonders aan zien.

Mitch: En het eind van de veiligheidslijn… die is toch ook nog heel, niet.

Jeff: Ja.

Mitch: Als je het mij vraagt, klopt er iets niet. Ik zeg je nog eens: ik durf erop zweren, dat ik de lijn secuur vastgemaakt heb.

Jeff: Je zult voortaan toch wat voorzichtiger moeten zijn, Mitch, en je nog eens extra overtuigen dat de lijn werkelijk goed vast zit.

Mitch: Maar dat heb ik toch gedaan, Jeff!

Dokter: Hm, ja. Ik denk, dat je wel niet meer zo gauw naar buiten zult gaan, Mitch.

Mitch: Nee, dokter… of het moest zijn, dat nummer 2 weer in moeilijkheden raakt.

Jeff: Waarom zou dat gebeuren?

Mitch: Ja, waarom niet? Tot dusver hebben we er al genoeg mee te stellen gehad. De vent die dat vaartuig goedgekeurd heeft, die moesten ze doodschieten. Ik voel er wat voor de controle op te roepen dat maar te doen, ook.

Jeff: Nou, nou, Mitch. Waarschijnlijk heeft de storing zich pas ontwikkeld sedert we onderweg zijn en daar kun je de technische controle toch geen verwijt van maken.

Dokter: Tuurlijk.

Mitch: Zo? Het is anders niet voor het eerst, dat er iets aan mankeert; de dokter heeft immers al drie dagen vóór de start gerapporteerd, dat de stuwkracht te gering was.

Dokter: Maar dat was toch in orde gemaakt.

Mitch: Dat zou je niet zeggen, dokter. En de radio? Ik krijg zo de indruk, dat die ook al niet behoorlijk gecontroleerd is.

Jeff: Louter toeval.

Mitch: Zo! Denk je dat, Jeff? Louter onbekwaamheid zou ik liever zeggen. En als er twee zó ernstige fouten gevonden worden in één van de vaartuigen, hoeveel zouden er dan in de andere te vinden zijn?

Jeff: Hoor eens, Mitch, je bent wat over je toeren. Wat me trouwens niet verbaast, na wat je hebt meegemaakt.

Dokter: Ja, Mitch, ik geloof, dat het beter is dat kostuum uit te trekken en wat te gaan rusten.

Mitch: Ik heb geen behoefte aan rust!

Jeff: Zolang je hier aan boord bent, Mitch, zul je het advies van de dokter hebben op te volgen.

Dokter: Allicht.

Jeff: Kleed je uit.

Mitch: Nou, vooruit dan maar. (IN DE VERTE) Maar ik ben geen kind meer. Ik weet zelf best, hoe ik me voel en heb heus geen advies van jou of van de dokter nodig, om me dat te vertellen.

Dokter: Nou, nou, nou…

Jeff: (ZACHTJES) Kun je hem in slaap krijgen, dokter?

Dokter: (ZACHTJES) Zeker Jeff, laat dat maar aan mij over.

Jeff: Goed. Dan ga ik Jimmy oproepen om eens te horen, hoe hij opschiet.

Dokter: Ga je gang.

Jeff: Hallo, vrachtvaarder nummer 2, Pionier roept U, nummer 2.

Frank: (GEFILTERD) Hier is vrachtvaarder nummer 2. Dit is Frank Rogers.

Jeff: Geef mij Jimmy, alsjebelieft.

Frank: Ja, Captain.

Jimmy: (GEFILTERD) Hallo Jeff, hier is Jimmy.

Jeff: En, Jimmy, hoe staat het er nou mee?

Jimmy: Ik heb de storing gevonden, maar het zal nog wel een paar uur duren, voor ik er mee klaar ben.

Jeff: Zo.

Jimmy: Nou, maak je maar geen zorgen, Jeff. Als Jimmy Barnet de zaak in handen heeft, dan komt het best voor elkaar. Zodra ik klaar ben, roep ik je wel aan. Zeg maar tegen de dokter, dat ik buitenshuis blijf eten.

Jeff: Ja, goed. Maar maak voort, hè. Ik heb je graag zo gauw mogelijk hier terug, waar je thuis hoort.

Jimmy: Hoe eerder ik klaar ben hoe liever. Ik roep je wel op.

Jeff: O.K.

Dokter: (NADERBIJ KOMEND) Mitch slaapt nu. Als hij weer wakker wordt, zal ie zich wel stukken beter voelen.

Jeff: Prachtig, dokter. Zeg, wil jij nou voor het eten gaan zorgen. Dan maak ik rapport op over nummer 2 en sein dat naar de aarde.

Dokter: Goed, Jeff. En hoe is het met Jimmy?

Jeff: 0, die blijft ginder eten. Voor hem behoef je dus niet te zorgen.

Dokter: Oh, goed.

(ENKELE MATEN MUZIEK)


Jimmy: (STEM LATEN OPKOMEN, ONGEFILTERD) … Zo, nu deze schroef nog aandraaien en (INGESPANNEN) klaar is Jimmy.Nou, als je nou nog geen behoorlijke ontvangst krijgt, Frank, bijt ik m’n eigen neus af. Zet ‘m maar eens aan.

Frank: Alsjeblieft.

Jimmy: Hallo, Pionier, hallo, Pionier. Vrachtvaarder nummer 2 roept Pionier.

Jeff: (GEFILTERD) Hallo, Jimmy. Hier is Pionier.

Jimmy: Ik ben klaar met de reparatie, Jeff.

Jeff: Mooi.

Jimmy: Wij zouden nu graag contact willen opnemen met de aarde om onze ontvangst te controleren. Is dat goed ?

Jeff: (GEFILTERD) Ja, ga je gang. En laat me het resultaat weten.

Jimmy: Akkoord. Ja, Frank, schakel de hoofdzender maar in.

Frank: Hoofdzender ingeschakeld.

Jimmy: Hallo, aarde. Hallo, aarde. Hier is ruimtevloot, vrachtvaarder nummer 2. Ik roep U ter controle van onze ontvangst. Antwoord, alstublieft.

Controle: (GEFILTERD EN MET ECHO) Hallo, vrachtvaarder, nummer 2. Hallo, vrachtvaarder, nummer 2. Wij ontvangen U luid en duidelijk.

Jimmy: Wij U ook. De zaak schijnt weer in orde te zijn. Maar blijft U nog even doorpraten, om helemaal zeker te zijn.

Controle: Kleine, kleine ster, Hoe schijn je van zo ver…

Jimmy: Ja, zegt U dat wel: de aarde begint voor ons zachtjesaan op een ster te lijken, ja. In alle geval: dank U wel, controle.

Controle: Tot uw dienst, nummer 2.

Jimmy: Zo, Frank. Dat is dan weer voor elkaar.

Frank: Mooi.

Jimmy: Als je van nu af de controle niet op maximum sterkte ontvangt, kun je de boel terugbrengen en krijg jij je geld retour.

Frank: Ja, enne nou ga je zeker terug naar de Pionier, hè?

Jimmy: Ja, zodra Whitaker me een ruimtepistool heeft gegeven.

Frank: (TELEURGESTELD) Ja…

Jimmy: Vind je het soms jammer, Frank?

Frank: Wil je, eh… wil je echt nog niet iets gebruiken, voor je weggaat?

Jimmy: Wat is er, Frank? Krijg je soms nog geld van me, of zo?

Frank: Hoe bedoel je?

Jimmy: Nou, omdat je zo aandringt. ‘t Kon toch zijn?

Frank: Nee, Jimmy, maar eerlijk gezegd, hoopte ik, dat je nog wat zou willen blijven.

Jimmy: Oh. Maar je hebt gehoord wat de captain heeft gezegd? Ik moest direct terugkomen naar de Pionier, als dit karweitje voor mekaar was. Nou, ik zal hem dan maar oproepen om te zeggen, dat ik op weg ben.

Frank: Ja… als het dan moet. Zie je, ik had zo gedacht, dat we nog een poosje gezellig konden praten….

Jimmy: Ja, maar dat kun je toch met Whitaker doen.

Frank: Neen, dat is het nou juist. Met hém niet.

Jimmy: Wat zeg je nou? Jullie hebben toch zeker geen ruzie, nauwelijks twee dagen na het vertrek?

Frank: Ik zou geen eens ruzie met hem komen krijgen, al zou ik dat persé willen.

Jimmy: Hoezo? Is hij opeens met stomheid geslagen of zo iets?

Frank: Ik weet het niet, maar hij doet in elk geval zijn mond niet open. Hij is het meest onsociale wezen, dat ik ooit heb ontmoet.

Jimmy: Maar waarom heb je hem dat als compagnon gekozen?

Frank: Ik heb hem niet gekozen. Visis zou met me mee zijn gegaan, maar die is doodgebleven, toen die meteoor op Maanstad insloeg.

Jimmy: Zo… Dus Whitaker is een plaatsvervanger, die jou op het laatste moment is toegevoegd.

Frank: Ja. Praktisch gesproken kende ik hem nog niet eens, toen we startten.

Jimmy: En na twee dagen weet je al, dat je niet met hem kunt opschieten.

Frank: Ik zou de man wel eens willen zien, die dat wel kan.

Jimmy: Ja, wat mankeert er dan aan hem, te lui?

Frank: Nee, hij doet zijn werk goed. Werken is eigenlijk het enige wat hij doet. Je krijgt er geen woord uit, of ‘t moet strikt noodzakelijk zijn.

Jimmy: Vertelt hij dan nooit eens wat, over zijn familie, bijvoorbeeld of… of waar hij vandaan komt, of zo?

Frank: Nee, nee.

Jimmy: Maar wat doet hij dan om de tijd om te krijgen?

Frank: Als ie niet hoeft te werken, dan ligt ie altijd maar in z’n kooi.

Jimmy: Leest hij dan?

Frank: Nee, hij doet niks. Hij ligt daar maar op zijn beurt te wachten om op de radio te letten.

Jimmy: Zo.

Frank: Ja, het lijkt wel of ie zijn beurt haast niet kan afwachten. Als ik bij de radio zit, dan ligt hij daar maar in z’n kooi naar mij te staren. Soms, als ik hier zit, dan voel ik zijn ogen achter in mijn nek.

Jimmy: Eh?

Frank: Dan zou ik hem het logboek wel naar z’n hoofd willen smijten.

Jimmy: En je hebt hem niet op een of andere manier gekrenkt?

Frank: Gekrenkt? Als iemand zich gekrenkt voelt doordat je probeert zo vriendelijk mogelijk tegen hem te zijn, terwijl hij zelf doet alsof je lucht bent… ja, dan zal ik hem wel ‘s af en toe gekrenkt hebben.

Jimmy: Misschien is het dat toch.

Frank: Wat zeg je?

Jimmy: Ik denk, dat je té vriendelijk bent en daar is hij niet van gediend.

Frank: Nee, nee, dat geloof ik niet. Het zit veel dieper. Het is een echt een rare snoeshaan.

Jimmy: Oh, ja? Hoezo?

Frank: Nou, de eerste dag na ons vertrek had ik de wacht.

Jimmy: Ja…

Frank: En zat bij de radio, terwijl hij als altijd lag te slapen in z’n kooi. Ik wachtte op een snelheidsmelding van de controle, maar die was even over tijd, en…

Jimmy: En?

Frank: Ik dacht dat m’n ontvanger een ietsje naast de juiste golflengte zat en begon aan de knoppen te frummelen. Toen draaide ik me toevallig om en schrok me een aap. Whitaker stond vlak achter me. Ja, hoelang die daar al stond, ja, dat weet ik niet. Ik had er niks van gehoord.

Jimmy: Zeg, wat, eh… wat deed je toen?

Frank: Ik vroeg hem, wat er aan de hand was en of hij soms niet kon slapen, of zo.

Jimmy: Ja, ja, ja…

Frank: Maar hij gaf helemaal geen antwoord. Hij stond daar alleen maar… en luisterde…

Jimmy: Zo… en toen?

Frank: Toen riep Mitchell me voor de gebruikelijke controle en daarop ging Whitaker terug naar z’n kooi en ging weer liggen.

Jimmy: Hij slaapwandelde toch niet?

Frank: Met z’n ogen wijd open?

Jimmy: Maar ik geloof dat het wel eens voorkomt…

Frank: Nee, Jimmy. Ik geloof niet dat ie slaapwandelde.

Jimmy: (LACHEND) Je had hem toch zeker niet gehypnotiseerd of zo iets?

Frank: Ik verkoop geen grapjes, Jimmy.

Jimmy: (ERNSTIG) Nee… nee, dat geloof ik wel.

Frank: Een feit is, dat ik soms denk, dat hij inderdaad in trance verkeert en er zich eigenlijk niet eens van bewust is, dat ìk hier ben.

Jimmy: Maar, als dat nou zo was, hè… hoe kon ie dan behoorlijk werken?

Frank: Zijn werk doet ie goed genoeg. Als de beste. Als het op werken aankomt, is er niks op hem te zeggen. Maar soms… (AARZELT)

Jimmy: Ja, ja?

Frank: (AARZELEND) Zeg, jij denkt toch niet, dat ik ze niet allemaal bij elkaar heb, hè Jimmy?

Jimmy: Hoe kom je daar nou bij?

Frank: Ja, zie je. Soms is het net, alsof ie niet alleen hier is…

Jimmy: (ONTZET) Hè?

Frank: (NOG STEEDS AARZELEND) Ja…. hoe moet ik het zeggen? Hij is er wel, maar hij is het niet. Begrijp je me?

Jimmy: Ja. Hm, ik…

Frank: Soms moet ik nog eens goed naar hem kijken om er zeker van te zijn, dat ie het wel is. Ik zeg je: als dat zes maanden zo moet duren, tot we op Mars zijn, dan leg ik het op een goeie dag af.

Jimmy: Ja, maar waarom spreek je daar dan niet met de Captain over?

Frank: 0, die heeft zo al genoeg aan zijn hoofd, zonder dat ik hem met mijn moeilijkheden kom lastig vallen.

Jimmy: Nou, goed, maar we weten toch allemaal, dat het niet te doen is om maanden lang in zo’n kleine ruimte te leven met iemand, waar je niet mee kunt opschieten. Op den duur ga je dan alles verkeerd vinden, wat zo iemand doet: de manier waarop hij eet, waarop hij loopt, waarop hij z’n sigaret vasthoudt… de manier waarop hij naar je kijkt, als jij rookt. Allemaal van die kleinigheden, maar die je op den duur razend kunnen maken. Nou, op ‘t laatst zou je mekaar toch aanvliegen.

Frank: Ja, dat geloof ik ook.

Jimmy: En daarom, als Jeff het nou met je eens is, zal hij wel zorgen, dat jij of Whitaker op een andere vrachtvaarder terecht komt, voordat er werkelijk herrie van komt.

(GELUID VAN VOETSTAPPEN)


Frank: Stil, stil! Daar is ie.

Jimmy: Oh, ja, ja. (VAN ONDERWERP VERANDEREND) Zeg, Frank… en spring nou in het vervolg een beetje voorzichtig met het ding om, dan heb je er geen kind meer aan, hoor.

Frank: Ja, ja.

Jimmy: Zoals hij nu werkt, zou ie zelfs signalen van Jupiter kunnen opvangen… als daar tenminste iemand zat om signalen te geven. Maar dat is niet het geval. Dus, eh… Als je dus niets krijgt, weet je tenminste, waar het vandaan komt. (LACHT)

Whitaker: (NADERBIJ KOMEND) Hier is Uw ruimtepistool, mijnheer Barnet.

Jimmy: 0, dank je… eh… mijnheer Whitaker. Tussen haakjes: iedereen noemt me in den regel Jimmy, hoor. Daar kun jij je ook wel aan houden.

Whitaker: Zal ik U ermee helpen?

Jimmy: Watte? 0… dank je. Ik geloof, dat ik het voorlopig niet nodig heb. Ik, eh… Bij de overstap naar de Pionier zit mijn lijn vast. Ik zal niet wegdrijven, zoals mijnheer Mitchell deed.

Whitaker: Ik ben ervan overtuigd, dat hij precies hetzelfde dacht, voordat zijn lijn losraakte.

Jimmy: Hè? Altijd zo bemoedigend?

Whitaker: Ze zit nu goed vast, mijnheer Barnet. Ik zal Captain Morgan waarschuwen, dat U klaar is.

Jimmy: Ja, eh… goed. Doe dat, ja. En wel bedankt.

Frank: (ZACHTJES) Snap je nou, wat ik bedoel?

Jimmy: (ZACHTJES) Ja, Frank, ja. Maar maak je verder nou geen zorgen. Ik zal met de Captain erover praten en dan zullen we eens zien, wat hij ervan denkt.

Frank: Dank je, Jimmy. Reuze bedankt.

(voorleesmuziek)


Dokter: Toen Jimmy veilig en wel op de Pionier was teruggekeerd, deelde hij ons het onderhoud. mee, dat hij met Frank Rogers had gehad over diens metgezel Whitaker, de technicus. Jeff, Mitchell en ik luisterden naar wat Jimmy ons vertelde, maar wij maakten er ons niet druk over. Wij dachten, dat Rogers de hele zaak een beetje overdreef en vonden dat Jimmy er wat al te veel gewicht aan hechtte. Het is heel gewoon, dat iemand een beetje overstuur raakt op zo’n tocht door de ruimte, vooral gedurende de eerste paar dagen na de start, voordat ie zich helemaal heeft aangepast aan de ietwat ongewone sensatie van de opheffing van de zwaartekracht en aan de samenleving in de uiterst beperkte cabineruimte. Sommigen raken fysiek in de war en hebben last van hevige aanvallen van misselijkheid; anderen voelen zich gedrukt, somber en zelfs apathisch. Maar die ruimteziekte was met een beetje wilskracht makkelijk te overwinnen en na een dag of twee voelde bijna iedereen zich weer fit en kon weer aan het werk gaan, alsof er niets gebeurd was. Wij meenden, dat Whitaker een zware aanval van ruimteziekte had gehad en meer tijd dan normaal nodig had om te herstellen. Wij waren ervan overtuigd dat Frank Rogers hem, als hij eenmaal hersteld was, niet zo moeilijk in de omgang meer zou vinden. Wij deelden dit aan Rogers mee, die, zij het met enige tegenzin, beloofde geduld te hebben en af te wachten of de houding van Whitaker zich zou wijzigen. Intussen zette de Marsvloot haar tocht naar de rode planeet voort. Een week na het vertrek van Maanstad had ieder vaartuig z’n definitieve plaats in de formatie ingenomen. Dagelijks legden wij een afstand of van ongeveer 1.100.000 kilometer. Maar dat wilde nog niet zeggen, dat wij ook reeds zover van de aarde verwijderd waren. Al hadden wij dan ook de baan van de aarde verlaten, de aarde zelf bleef in die baan om de zon rondwentelen, zodat het de schijn had, of ze ons achtervolgde. Tegen de tijd, dat we in de nabijheid van Mars zouden zijn aangekomen, zou de aarde ons hebben ingehaald, zich recht tussen de zon en ons bevinden en ongeveer 64.000.000 kilometer van ons verwijderd zijn. Maar om die afstand te bereiken, hadden wij ruim 550 miljoen kilometer moeten afleggen. Hadden we rechttoe rechtaan kunnen reizen, ja, dan had onze reis maar 60 dagen behoeven te duren. De volgende twee weken gebeurde er niets bijzonders. Alles was wel aan boord van alle vaartuigen, behalve nog steeds in nummer 2. Wij hadden Frank Rogers laten weten dat, als het inderdaad niet wilde vlotten tussen hem en Whitaker, één van hen beiden naar een ander vaartuig zou worden overgeplaatst. Frank scheen zich door die mededeling aanmerkelijk opgelucht te voelen en na enkele dagen dachten wij al niet weer aan dat geval.

Jimmy: Hallo, controle, Hallo, controle! Vlaggenschip Pionier roept controle. Antwoord, als ‘t U belieft.

Controle: (NA PAUZE VAN 2 SECONDEN, GEFILTERD:) Hallo, vlaggenschip Pionier. Hallo, vlaggenschip Pionier. Wij ontvangen U; sterkte drie.

Jimmy: Hier volgt een volledig rapport over de laatste zes uur. Is U klaar om het op te nemen?

Controle: (NA PAUZE) Ja, Pionier. Ja, Pionier. Blijf aan het toestel. Ik zal U zeggen, wanneer U kunt beginnen.

Jimmy: O.K. (TOT DE DOKTER) Zeg, merk je dat, dokter? De tijdsduur tussen de antwoorden wordt, telkens wanneer we aarde roepen, wat langer. We moeten er nou toch zeker al wel een anderhalf miljoen kilometer vandaan zitten.

Controle: Hallo, Pionier. Hallo, Pionier; hier is controle. Klaar om Uw bericht op te nemen. Maar ik heb eerst een bericht voor Captain Morgan.

Jimmy: Een ogenblikje; ik zal hem even roepen. (ROEPT) Hé, Jeff!

Jeff: (OP AFSTAND) Ja?

Jimmy: Controle heeft wat voor je.

Jeff: (NADERBIJ KOMEND) Oh. Wat dan?

Jimmy: Weet ik niet; dat hebben ze niet gezegd.

Jeff: (VLAKBIJ) Hallo, controle; hier Morgan. Klaar om Uw bericht op te nemen. (TOT JIMMY) Draait de bandopnemer, Jimmy?

Jimmy: Loopt, Jeff.

Jeff: Mooi.

Controle: (NA PAUZE) Hallo, Captain Morgan, bericht voor U – dringend. Betreft Whitaker – lid der bemanning van vrachtvaarder nummer 2.

Jimmy: Wat? Hij zei toch Whitaker?

Controle: Francis E.Whitaker – bouwtechnicus – vrachtvaarder nummer 2. De personeelsadministratie vraagt gegevens over hem; geboortedatum – geboorteplaats – nationaliteit -volledige persoonsbeschrijving: lengte – kleur van haren en ogen – bijzondere kentekenen. Volledige gegevens omtrent opleiding en ervaring op ruimtevaartgebied. Datum van inschrijving bij het astrotechnisch Instituut, met bijzonderheden over behaalde graden.- Einde van het bericht. –

Jeff: Hallo, controle. Uw bericht ontvangen. Waarvoor heeft U dat in ‘s hemelsnaam allemaal nodig? De personeelsadministratie heeft die gegevens toch zeker?

Jimmy: Wat denken ze eigenlijk van ons – dat we een inlichtingenbureau zijn?

Controle: Het spijt me, Captain. Ik schrijf de opdracht niet uit – ik geef hem alleen maar door.

Jeff: Goed, nou, dan krijgt U er een van mij voor de administratie.

Jimmy: Goed zo, Jeff; zeg ze maar eens flink de waarheid.

Controle: Klaar om Uw bericht op te nemen.

Jeff: Van Captain Morgan aan boord van de Pionier, aan personeelsadministratie. Begrijp de bedoeling van Uw verzoek niet. Zijn gegevens strikt nodig? Zal geen stappen doen, alvorens Uw antwoord te hebben ontvangen. – Einde bericht.

Jimmy: Och, ze zullen zich misschien vergist hebben; zij moeten de politie hebben.

Controle: Uw bericht ontvangen – zal U zodra mogelijk roepen.

Jeff: Ja, dank U, controle. In orde, Jimmy. Blijf luisteren en waarschuw me, zodra je antwoord krijgt.

Jimmy: O.K.

Dokter: En, Jeff? Wat is er aan de hand?

Jeff: Weet ik het!? Gegevens over Whitaker willen ze van me hebben – moesten ze zelf toch al een jaar geleden hebben ingewonnen.

Dokter: Over Whitaker?

Jeff: Ja.

Mitch: Ja, misschien zijn ze hun gegevens kwijt geraakt en willen ze alleen maar hun administratie in orde hebben.

Jeff: Hm, ja, prach… ‘n prachtig moment kiezen ze daarvoor uit – drie weken na de start.

Dokter: (ZICH VERWIJDEREND) Er zijn trouwens op aarde kopieën van ieders persoonsdossier. Waarom vragen ze die niet op?

Controle: Hallo, Pionier. Hallo, Pionier; controle roept Pionier.

Jimmy: Hallo, controle. Hallo, controle; hier is Pionier. Ontvangen U luid en duidelijk. (ROEPT) Hé, Jeff. Daar is de controle weer.

Jeff: (NADERBIJ KOMEND) Oh, ja. Ik kom, Jimmy.

Controle: Bericht voor Captain Morgan van controle. Dringend. Ik herhaal: dringend. Inlichtingen omtrent Whitaker moeten zo spoedig mogelijk worden ingediend. Wil onmiddellijk handelen overeenkomstig vorig bericht.

Jimmy: Oh. – Koppige jongens, hè?

Jeff: Hallo, controle. Hier spreekt Morgan. Bericht ontvangen en begrepen. Roep U, zodra inlichtingen door mij zijn verkregen.- Nou Jimmy, er zal wel niets anders op zitten, dan de opdracht uitvoeren.

Jimmy: Zeg hebben die lui daar beneden nou niets beters te doen, dan ons op te dragen, voor hen administratief werk te doen?

Jeff: Roep nummer 2, Jimmy en vraag Whitaker aan het toestel, wil je?

Jimmy: O.K., Jeff. Hallo, Ruimtevloot, hallo, Ruimtevloot. Pionier roept vrachtvaarder nummer 2. Meld U, als ‘t U belieft.

Whitaker: (GEFILTERD) Hier is nummer 2.

Jeff: Ben jij het, Whitaker? Dit is Morgan.

Whitaker: Jawel, Captain.

Jeff: Zeg, Whitaker – ‘t spijt me, maar controle wil het een en ander over je weten.

Whitaker: Ja?

Jeff: Ik moet je enige vragen stellen, over je zelf, voor het persoonsdossier.

Whitaker: Alle gegevens over mij zijn te vinden in dat dossier.

Jeff: Ja, dat weet ik. Maar toch staat controle erop, ze nog eens te horen. Ben je klaar?

Whitaker: Ja.

Jeff: Je naam en voornamen?

Whitaker: Francis Eduard Whitaker.

Jeff: Geboortedatum?

Whitaker: 12 september 1940.

Jeff: Nationaliteit?

Whitaker: Engelsman.

Jeff: Geboorteplaats?

(Start vreemde muziek)


Whitaker: 12 september 1940.

Jeff: Neen: geboorteplááts.

Whitaker: Engelsman.

Jimmy: Waar heeft hij het nou over?

Jeff: Hallo – Whitaker!

Whitaker: (UIT DE VERTE EN MET NOG MEER ECHO) Francis Eduard Whitaker.

Jimmy: Als je me nou!

Jeff: Wat moet dat? – Hallo, hallo!

Whitaker: 12 september 1893.

Jeff: Hallo, Whitaker.

Whitaker: 12 september ….

Jimmy: Hij is stapelgek.

Jeff: Hallo, Whitaker; geef me Rogers.

Whitaker: Rogers slaapt.

Jeff: Maak hem wakker.

Whitaker: Hij slaapt.

Jeff: (KWAAD) Maak hem dan wakker. Versta je me?

(Oplopend vreemde muziek – Dan niets meer)

Jimmy: Ik geloof, dat hij zijn zender heeft afgezet.

Jeff: Hallo, hallo, Whitaker. – Hallo, vrachtvaarder nummer 2 – Pionier roept U. Hallo, hallo!

Jimmy: Ach, het geeft niets meer, Jeff. Hij antwoordt niet meer.

Jeff: Maar wat is er dan in ‘s hemelsnaam daarginds aan de hand?

(SLOTMUZIEX)